Preek gehouden op de 1e zondag van de herfst 18 september 2016 in de Grote of Mariakerk n.a.v. Genesis 25
Prenatale scan
Vanaf vandaag beginnen we zomaar ineens te lezen in Genesis en dat niet vanaf het begin, maar vanaf hoofdstuk 25. Er zijn dan al heel wat verhalen verteld en verondersteld mag worden, dat de gemiddelde kerkganger zo ongeveer wel weet, wat in de hoofdstukken 1 t/m 24 beschreven staat. Of zou het helemaal niet uitmaken? Kun je zo pardoes halverwege Genesis inspringen en het vertelde verhaal gewoon als losse vertelling tot je nemen?
Hoofdstuk 25 als een los blaadje van een scheurkalender – of eerder een nieuwe draad aangehecht aan het geweven tapijt van de al lange tijd durende geschiedenis van de wereld en de wording van Israël.
Hoe belangrijk de voorgeschiedenis of het eerder-vertelde ook mag zijn, ik ga u niet vermoeien met een samenvatting van H. 1 t/m 24. Wel even een paar typeringen van het voorafgaande, dat het oer-verhalen zijn: over hoe en waartoe alles begonnen is; het is het verhaal van de mens in zijn relatie tot God, van zijn eigen keuzes en van zijn tragiek; maar ook van de initiatieven van God om samen op weg te gaan en er iets van te maken, iets goeds. Dat er iets van voortgang en vooruitgang geboekt wordt, dat er geschiedenis geschreven gaat worden.
Genesis is zo het boek van de geneaologieën geworden; het boek van de verwekkingen en geboorten; het boek van doodlopende paden en weer opnieuw geboren worden en toekomst scheppen. Het boek van uitzien en verwachten, van onmogelijke geboorten en van leven uit de dood. Een boek over de vraag hoe het allemaal begonnen is, maar vooral over waartoe het allemaal begonnen is, waaróm het begonnen is. Is alles genetisch bepaald en voltrekt zich alleen maar een evolutionair proces zonder richting of doel? Of zijn er beslissende wendingen op cruciale momenten, die aan God worden toegeschreven en die men ook van Hem alleen kan verwachten. Is Hij het die het onmogelijke mogelijk maakt en wat stagneerde weer in beweging brengt?
Met deze gedachten en typeringen in ons hoofd springen wij nu pardoes in het verhaal van Genesis 25 en bevinden wij ons ineens in een kraamkamer.
Dat lijkt heel gewoon, maar de verteller wil ons vooral te binnen brengen, hoe bijzonder dat is. Isaäc had alles op alles gezet om een geschikte vrouw te vinden en na lang zoeken kwam Rebecca in beeld. En dan wordt het tijd om een kind te verwekken.
Maar dat ging niet echt van een leien dakje. Hoe ze ook hun best doen, Rebecca raakt maar niet in verwachting. Wat een teleurstelling en hoe zal dat dan gaan met de belofte van God, dat ze een groot volk zullen worden, een voorbeeldvolk, een Godsvolk temidden van de volken. Wat zal daar van terecht komen dan?
Hoewel het krijgen of nemen van een kind, zoals wel gezegd wordt, in onze tijd even gemakkelijk lijkt als het nemen van een nieuwe keuken of auto, ongewilde kinderloosheid is voor vele echtelieden of geliefden nog altijd een pijnlijk en verdrietig gemis. De hulp kan ingeroepen worden van medische specialisten en de pogingen, die echtparen ondernemen om zwanger te geraken zijn bijna onuitputtelijk en soms leidt volharding tot het gewenste resultaat. Maar soms ook niet en het accepteren daarvan is vaak een moeilijk proces.
Sommige a.s. ouders overwegen dan om één of meerdere kinderen te adopteren en voor hen te worden en te zijn een vader en een moeder. Prachtig als dat kan, geweldig voor het kind en het biedt een nieuwe toekomst voor het eerst kinderloze echtpaar.
Voor Rebecca en Isaäc bestaan deze mogelijkheden niet. Zij lopen tegen een onmogelijkheid aan, want hoe kan een onvruchtbare vrucht dragen, hoe kan het onmogelijke mogelijk zijn? Rebecca bidt tot God.
Het gebed is precies de uitdrukking daarvan. Het je wenden tot God is precies het onderkennen van je onmogelijkheden, het onderstrepen en verwoorden van het einde van je Latijn.
We moeten het gebed niet gaan opnemen in het rijtje van onze mogelijkheden. Dat we tegen elkaar zeggen: we hebben alles geprobeerd tot ivf aan toe en niets werkte. Nu hebben we nog één middel en dat is het gebed. Dan hebben we het gebed gemaakt tot één van onze mogelijkheden en brengen we het gebed in de sfeer van de magie.
Nee, het gebed is de ruimte, die God schept en die wij aan God overlaten.
Hij gaat zijn ongekende gang en schept iets nieuws.
Al die verhalen over onmogelijke geboorten – tot aan die van de Messias toe – worden verteld om te onderstrepen, dat niet wij onszelf scheppen, niet wij het volk van God maken en op de wereld zetten, dat niet wij de Messias voortbrengen, maar dat het van a tot z Godsgeschenk is!
Prachtig die potentie van jou, maar daar hangt de voortgang van de geschiedenis niet van af. Prachtig die vruchtbaarheid van de vrouw, maar daar hangt het tenslotte toch niet van af.
Als we zo eens naar onszelf leren kijken dan verwijnt ineens alle krachtpatserij en stoerdoenerij en mannetjesmakerij als sneeuw voor de zon.
Natuurlijk moeten wij ook handelen en ons best doen en alles in het werk stellen om richting de toekomst te gaan – en dat geldt ook voor ons als gemeente hier in Meppel en waar ook maar – maar tegelijkertijd en allereerst moeten we beseffen, dat de gemeente een Godsgeschenk is, een onmogelijk verschijnsel in de wereld. Wij hebben niet onszelf in leven geroepen en wij hebben niet ons eigen geloof gefabriceerd en wij kunnen ons eigen voortbestaan niet garanderen.
Dat is wel even slikken en het is tegelijkertijd een Godsgeschenk, want zo raken wij onverwacht in verwachting.
Van een tweeling nogal liefst: Rebecca voelt het in haar buik en de verteller van Genesis wil er a.h.w. een prenatale scan van laten zien: kijk eens, hoe die twee daar met elkaar spelen en ruzie maken, ruimte zoeken en ruimte geven aan elkaar. Wie zal de eerste worden, wie de sterktste, wie de erfgenaam? Wie zal de toekomst bepalen en wie zal altijd op de tweede plaats blijven, underdog zijn en minder in tel?
Van begin af aan gaat dat zo in de wereld toe: er zijn sterken en zwakken, meerderheden en minderheden, christenen en moslims...en hoe blijft men overeind in een land of gebied waar oorlog is en de toekomst ongewis. Vandaag denken we dan bijv. aan de kerk in het Midden-Oosten, waarvoor Kerk in Aktie in het bijzonder aandacht vraagt.
Ja, dat zijn de vragen in groter en kleiner verband, die telkens weer gesteld worden en die ook onder ons regelmatig aan de orde zijn? Wij vormen met elkaar eigenlijk ook een soort tweeling-gemeente, ieder met een eigen afkomst en geschiedenis, maar toch uiteindelijk gegroeid in dezelfde baarmoeder: de Kerk.
De sterkste gaat voorop, natuurlijk. Het grote getal is altijd het meest in tel en het schriele mannetje komt later. Hij probeert wel voorop te komen en pakt het beentje van zijn broertje om hem voorbij te komen, maar het lukt natuurlijk niet. De natuurlijke orde is duidelijk. Hoe het in de natuur gaat, dat weten we allemaal. Maar zo zal het onder u niet zijn, horen wij Iemand zeggen. “De oudste zal de jongste dienen. Wie van u de meeste wil zijn, die zal de minste worden. En Ik ben gekomen om jullie aller dienaar te zijn”.
Laat het zo bij jullie ook toegaan, dan kun je iets van het Koninkrijk Gods gaan zien, want dat is deze (natuurlijke) wereld op z’n kop!