Preek gehouden in de Oude Kerk op eerste Pinksterzondag (24 mei 2015) n.a.v. Handelingen 1: 12 e.v. en Handelingen 2: 1 e.v.
In deze dienst deden Tom van den Bogaard, Naomie Kampinga en Sanne Kampinga belijdenis van het geloof.
A Jesus-like mentality
Pinksteren is het feest van wind en vuur. Het feest van de Geest: wat er dor en stilletjes bijstond wordt nieuw leven ingeblazen. En waar men eerst van denkt: nou, daar zit niet veel pit meer in, het is echt een dooie boel, daar kan soms ineens de vonk overslaan en alles komt in lichterlaaie te staan. De Geest is aan het werk gegaan en dan gebeurt er wat...en dat werk ook aanstekelijk. Als een lopend vuurtje danst de Pinkstergeest rond en als een wervelwind waait en draait de Geest om ons heen en we horen zijn geluid en we zien de beweging, maar we weten niet vanwaar? Of toch wel? Ja, stiekem geloven wij, dat het van God komt, dat het zijn Geest is en dat het met Jezus te maken heeft, die ons aansteekt en aanvuurt.
Wat denkt u: waarom bent u hier eigenlijk? En waarom zijn vanmorgen drie jonge mensen als belijdend lid toegetreden tot de gemeente? Wat denkt u: waarom maken mensen zich druk om elkaar en waarom steken mensen tijd en energie in de kerk en in bewegingen, die verandering teweeg brengen in de samenleving, in de wereld. Dat komt door de Geest, de Geest, die over de wereld waait en overal goedheid en zegen aanbrengt. Op allerlei terreinen: onderwijs en gezondheidszorg, bestuur en buurtwerk, waar mensen elkaar terzijde staan en voor elkaar opkomen: het is allemaal het werk van de Geest!
Iemand zit in de put en jij komt langs om hem of haar een hart onder de riem te steken: het is het waaien van de Geest. Je stort een kleine gift voor KiKa of voor Nepal of voor Congo: je wordt daartoe aangespoord door de Geest, want de Geest van Christus is goedheid en barmhartigheid, gerechtigheid en vrede. Dus wat allemaal nogal vaag en verheven lijkt is in werkelijkheid heel concreet en alledaags.
Misschien denken we vaak en juist ook vandaag: dat Pinksterfeest vind ik nogal schimmig en vreemd. Ik kan er niet goed bijkomen. Nu moet ik zeggen, dat daar ook wel wat inzit. Ik vind het in ieder geval opvallend, dat we te horen krijgen, dat het Pinksterfeest begint op de bovenverdieping. De mensen, die het eerst aangevuurd worden door de Pinkstergeest hebben het al hogerop gezocht: zij zijn bijeengekomen op de bovenverdieping, waar men de herinnering aan Jezus levend hield, elkaar verhalen vertelde, hoe het was en hoe het verder zal gaan. Kortom, het zijn mensen, die in verwachting zijn, die uitzien naar vernieuwing, die ongeduldig zijn en een ander perspectief hebben gekregen: vanaf een bovenverdieping kijk je anders naar de wereld dan vanaf de begane grond. Zij onvluchten de wereld niet, maar ze hebben er een andere kijk op, zien beter de verbanden en kunnen dieper peilen waar het op aankomt. Nee, zij staan er niet boven, voelen zich niet verheven, maar zij weten, dat het nodig is om soms boven de platheid van de alledaagsheid uit te stijgen om er daarna weer volop en met betrokkenheid en liefde aan te kunnen deelnemen. Dat is ook precies de zin van de zondagse samenkomst. Die is eigenlijk daar begonnen, op die bovenverdieping.
De bovenverdieping is de plaats van het gebed. Van Daniël wordt verteld, dat hij drie maal daags zich terugtrok op zijn bovenverdieping om bij zijn venster in de richting van Jeruzalem te bidden. En er worden in de Bijbel verhalen verteld van profeten en ook van Jezus, dat op bovenverdiepingen zelfs doden worden opgewekt. Als we bij de letterlijke feitelijkheid daarvan blijven hangen worden die verhalen steeds vreemder en afstandelijker, maar als wij ze interpreteren als inspirerende verhalen dan horen wij daarin, dat mensen op de bovenverdieping tot leven komen, pas écht gaan leven! Hun ogen gaan open en zij beginnen opnieuw te leven. En ze beginnen te zien, dat het dagelijks brood een verwijzing is naar het levende Brood, dat gebroken wordt en rondgaat. En de wijn, die fonkelt in de beker of het glas wordt een symbool van het leven en de liefde, die gegeven en vergoten is voor ons door Hem, die ons liefheeft tot het einde. Dat gebeurde allereerst allemaal op de bovenverdieping, waar Jezus met zijn leerlingen samenkwam om de Maaltijd te vieren en sindsdien is iedere maaltijd een herinnering daaraan, als we vol worden van de Geest.
Pinksteren is het feest van de bovenverdieping. Ik waag nog een klein stapje en ik verander het woord bovenverdieping in bovenkamer. Is in de bovenkamer alles in orde? kunnen we wel eens vragen. Welke geest heerst er in je bovenkamer? Is alles goed op orde in je bovenkamer?
Als de Geest van Christus heerst in je bovenkamer dan begin je goed te denken. Op een goede manier te denken wellicht, maar vooral ook goed te denken over anderen, over de wereld, over de toekomst. Het wordt fris en opgeruimd in de bovenkamer: er begint een nieuwe wind te waaien en het vuurtje van de Geest wordt aangewakkerd en je begint met andere ogen jezelf, de ander en de wereld te zien. In je bovenkamer zitten niet alleen je sturende en regelende hersenen, maar daar zetelt ook je geest, je ‘mens’ (maar nu bedoel ik het Latijnse ‘mens’, dat we tegenkomen in de spreuk ‘mens sana in corpore sano’ – een gezonde geest in een gezond lichaam), waar weer ons woord mentaliteit van afgeleid is: kort gezegd in goed Nederland: in je bovenkamer ontstaat ‘a Jesus-like mentality’. Laat je geest of mentaliteit aangestuurd worden door de Geest van Christus, de Heilige Geest, dan word je onrustig en rustig, dan weet je wat je te doen staat en je vraagt voortdurend: Heer, wat moet ik doen? Dan weet je: ik ben aangeraakt door de Geest en ik volg Jezus stap voor stap en je vraagt je af: ben ik het Heer, die u verraden zal? Als de Geest zo in je bovenkamer werkzaam is dan wordt alles anders, hoewel alles hetzelfde is gebleven, dan zie je wonderen om je heen, hoewel iemand anders zal vragen: waar dan? Met nieuwe ogen sta en ga je door de wereld en het leven, want het is Pinksteren geweest en ook ik kreeg de Geest. Amen.